Milaan-San Remo, ook wel de Primavera of de St.-Jozefklassieker genoemd, wordt op 22 maart gereden. De finish is na 293 kilometer weer ouderwets op de Via Roma. Dat kan gevolgen hebben voor het wedstrijdverloop: na de afdaling van Poggio zijn de renners nog dichter bij de eindmeet dan de afgelopen jaren.
Traditiegetrouw wordt er in Milaan gestart, waarna een lange vlakke aanloop volgt. Na 140 km moet de eerste hindernis, de Passo del Turchino genomen worden. De renners verlaten via deze bergpas (25 km lang aan gemiddeld 1,5%) de Po-vlakte en koersen dan richting Middellandse Zee. Het duurt nog 100 km eer de finale met alle bekende capo’s kan losbarsten. De Cipressa en de Poggio zullen weer duidelijk maken wie over de beste benen of het slimste brein beschikt: lukt het iemand weg te komen of dendert er weer een grote groep naar de Via Roma?
Wie wint, kan na 22 maart al spreken van een geslaagd seizoen, zeker als het één van de mindere goden is. Een Italiaanse winnaar maakt zich in eigen land meteen onsterfelijk.
Traditiegetrouw wordt er in Milaan gestart, waarna een lange vlakke aanloop volgt. Na 140 km moet de eerste hindernis, de Passo del Turchino genomen worden. De renners verlaten via deze bergpas (25 km lang aan gemiddeld 1,5%) de Po-vlakte en koersen dan richting Middellandse Zee. Het duurt nog 100 km eer de finale met alle bekende capo’s kan losbarsten. De Cipressa en de Poggio zullen weer duidelijk maken wie over de beste benen of het slimste brein beschikt: lukt het iemand weg te komen of dendert er weer een grote groep naar de Via Roma?
Wie wint, kan na 22 maart al spreken van een geslaagd seizoen, zeker als het één van de mindere goden is. Een Italiaanse winnaar maakt zich in eigen land meteen onsterfelijk.