DE MOOISTE VAN HET ZACHTE WIEL
(De Ronde van Vlaanderen 2015. Een impressie)
Natuurlijk is er vandaag die enige calvarietocht
waar iedere benenbak naar snakt, waar kardinalen
met geheven roomse kop graag sterven willen.
Er zijn op deze dag alleen maar goddelijke
meerderheden. Verzuipen doen de waterdragers
eenzaam: van branie en gesmolten broeken hinken
vooral, vooral de stille beesten achterop. Leeg lopen
onvermijdelijk ontspoorde podiumschoentjes.
Grimassen wordt verheven kunst. Bekkentrekken
in diverse kleuren en met grootse pijn.
Ook aangespannen zijn de warme boerenpaarden.
Tumult zit tussen oog en klep, zit in het bloed
dat verder kruipt dan kruipen kan een eeuw
in holle wegen en op kinderkoppen, met groene
heuvels die nooit groene heuvels zijn die deze
hellingen niet zijn. Onmogelijk de heuvelrug.
Op taaie kruisbergen, op muren en molens, op eiken
en dubbele paters, op de Oude Kwaremont met haar
drie Levens komen de Hengsten van het Tandvlees
uitgewoond en gaargekookt zichzelf weer tegen.
Gesabbeld wordt aan karige restanten van minuten.
Een underdog die honderd doden sterft.
Overhoop lig je vooral met je vernuft: jij die, kassei
na weer kassei, door je eigen hersenen bonkt. Je
kookt, je druipt, je zweet en hijgt. Je smeekt: laat
deze dag een dag zijn van narcissen, van natte
benen zonder haar, laat dit de dag zijn waarop
vuursalamanders geen weet hebben van het
gebobbel in mijn nauw gehelmde rennershoofd.
Noem mij gewoon de Koers. De Koers, mijnheer.
Laat me nu groeiend zijn. Maak mij legende.
Maak mijn legende die een mythe is in deze
Mooiste van het Zachte Wiel. Laat me maar rustig
schrijven: Noor, Alexander Kristoff is hier.
- Philippe Cailliau
(De Ronde van Vlaanderen 2015. Een impressie)
Natuurlijk is er vandaag die enige calvarietocht
waar iedere benenbak naar snakt, waar kardinalen
met geheven roomse kop graag sterven willen.
Er zijn op deze dag alleen maar goddelijke
meerderheden. Verzuipen doen de waterdragers
eenzaam: van branie en gesmolten broeken hinken
vooral, vooral de stille beesten achterop. Leeg lopen
onvermijdelijk ontspoorde podiumschoentjes.
Grimassen wordt verheven kunst. Bekkentrekken
in diverse kleuren en met grootse pijn.
Ook aangespannen zijn de warme boerenpaarden.
Tumult zit tussen oog en klep, zit in het bloed
dat verder kruipt dan kruipen kan een eeuw
in holle wegen en op kinderkoppen, met groene
heuvels die nooit groene heuvels zijn die deze
hellingen niet zijn. Onmogelijk de heuvelrug.
Op taaie kruisbergen, op muren en molens, op eiken
en dubbele paters, op de Oude Kwaremont met haar
drie Levens komen de Hengsten van het Tandvlees
uitgewoond en gaargekookt zichzelf weer tegen.
Gesabbeld wordt aan karige restanten van minuten.
Een underdog die honderd doden sterft.
Overhoop lig je vooral met je vernuft: jij die, kassei
na weer kassei, door je eigen hersenen bonkt. Je
kookt, je druipt, je zweet en hijgt. Je smeekt: laat
deze dag een dag zijn van narcissen, van natte
benen zonder haar, laat dit de dag zijn waarop
vuursalamanders geen weet hebben van het
gebobbel in mijn nauw gehelmde rennershoofd.
Noem mij gewoon de Koers. De Koers, mijnheer.
Laat me nu groeiend zijn. Maak mij legende.
Maak mijn legende die een mythe is in deze
Mooiste van het Zachte Wiel. Laat me maar rustig
schrijven: Noor, Alexander Kristoff is hier.
- Philippe Cailliau