DWARSE SEMIWAAR
Een grote zakdoek, dat is Vlaanderen.
West en oost. Heen en terug. Dwars door.
Landschappen verplaatsen zweet, amper. Ondanks
wind en zaaigoed. Roeselare, Waregem, Brakel,
Ronse. En Oudenaarde. Vestingsteden van de fiets,
oude en nieuwe broedplaatsen van tubes en
kettingen, van ratelende tanden en vertrokken
reutelmonden. God rijdt je van je sokken
maar koers door Vlaanderen blijft koers. Tegen
de vochtigste kasseien gensteren pedalen.
Pannenkoeken blijven plakken aan de startlijn.
Twaalf hellingen, gesels die ter wille
van de glorie van zichzelf met scherp
respect negen monten en bergen worden
genoemd. Twee straten zijn er ook,
en zelfs een uitgeputte hele dries.
Wat zijn ze keien ... . Zo halen ze de droom
uit stroomlijnbroeken en weten ze alvast:
zadelpijn, daar zijn we gek op. De pijn
van fijne zadels is de ereprijs voor ieder
energielijf op twee zacht gepompte banden.
Om te winnen moet je liefst van goeden
huize zijn. Of wat ook helpt, is Niki heten.
Ook Solo Spier kan best.
Of Jelle, vooral Jelle.
© Philippe Cailliau